NOORD-SCHARWOUDE – Met een duizelingwekkende snelheid heeft Nederland er in korte tijd honderden bierbrouwerijen bijgekregen. Begin jaren 80 telde ons land er slechts twintig, een aantal dat in 2000 was gegroeid naar 66. Maar gisteren maakte de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur bekend dat ‘we’ de magische drempel van vijfhonderd bierbrouwerijen zijn gepasseerd. Hiermee is het aantal weer terug op het niveau van de middeleeuwen, toen vrijwel iedere stad een of meer eigen brouwerijen binnen de poorten had. Pas de laatste zeventien jaar is de groei explosief geworden: van honderd brouwerijen in 2008 naar tweehonderd in 2013, naar meer dan vijfhonderd in augustus 2017. Tussen de grootte van de brouwerijen is een opmerkelijk verschil. Zo’n tiental grote brouwers zijn verantwoordelijk voor 90% van het marktvolume. Zij maken vooral pilsener. Daarnaast zorgen de 450 lokale en veelal ambachtelijke brouwerijen voor diversiteit in ons bierlandschap. Deze relatief kleine spelers worden veelal gerund door jonge, hippe bierliefhebbers. Ongeveer de helft van alle Nederlandse brouwerijen bestaat uit zogenaamde huurbrouwers. Zij hebben geen eigen brouwketels, maar huren capaciteit in bij andere brouwerijen om daar volgens eigen recepturen aan het werk te gaan. Zij zorgen verder zelf voor de verkoop, distributie en marketing van hun bieren.
Laatste nieuws
-
Nieuwe wind bij Ardbeg | 21 nov 2025
-
Heineken verlengt samenwerking met Formule 1 | 20 nov 2025
-
Drie keer raak bij de Dutch Whisky Awards | 19 nov 2025
-
Knallende kurken bij Bollinger | 19 nov 2025
-
Rutte zet kleine brouwers in het zonnetje | 18 nov 2025
-
Veranderen slimme tractoren het leven in de wijngaard? | 17 nov 2025
-
Overleven met wijn | 14 nov 2025
