Berichten over bingedrinken, jongeren die na een avondje stappen in comateuze toestand in het ziekenhuis belanden, babyboomers die massaal hun wijntje niet kunnen laten staan. Al dit soort berichten haalden het afgelopen jaar regelmatig het nieuws. Maar hoe staat het nu echt met het Nederlandse alcoholgebruik? Het Trimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) deden hier onderzoek naar en publiceerden hun bevindingen in de Nationale Drug Monitor 2016.
De onderzoekers namen zowel het alcoholgebruik onder jongeren als volwassenen onder de loep. Leerlingen in de laagste klassen van het voortgezet onderwijs drinken al een aantal jaren minder alcohol. Voor het eerst was deze afname in 2015 ook te zien bij jongeren van 15 en 16 jaar. Ook het aantal bingedrinkers, die per gelegenheid vijf of meer glazen alcohol drinken, gaat omlaag. Toch ligt het alcoholgebruik binnen deze groep boven het Europees gemiddelde. Onder mbo- en hbo-studenten tussen de 16 en 18 jaar is het alcoholgebruik fors. Maar liefst twee derde van deze jongeren had in de voorgaande maand gedronken. 14% van de drinkende studenten slaat in het weekend meer dan twintig glazen alcohol achterover. Het aantal jongeren dat wegens overmatig drankgebruik in het ziekenhuis werd opgenomen steeg in 2015 met 20%. Het aantal behandelingen op de Eerste Hulp is in tien jaar tijd verdubbeld.
Alcoholgebruik is wijd verbreid in de Nederlandse samenleving, stelt het Trimbos. In 2015 dronk 86,3% van de mannen boven de 18 wel eens alcohol, tegenover 75,5% van de vrouwen. Twee derde van de bevolking hield zich vorig jaar aan het advies van de Gezondheidsraad: niet meer dan één glas per dag. Zwaar drinken (minimaal 1 keer per week zes glazen voor mannen en vier voor vrouwen) komt volgens het Trimbos-instituut het meeste voor onder jongvolwassenen tot 30 jaar. Sowieso is het percentage drinkers het hoogst onder 20- tot 29-jarigen (86%). Maar ook ouderen lusten ‘m wel; van alle 75+’ers drinkt 70% alcohol. Een op de tien volwassenen voldoet aan de definitie ‘zware drinker’ of ‘overmatig drinker’ (meer dan 21 glazen per week voor mannen en veertien voor vrouwen).
Consumptie en verkoop
De Nationale Drug Monitor geeft ook inzicht in de consumptie- en verkoopcijfers. Per hoofd van de bevolking werd in 2016 64 liter bier, 19 liter wijn en 3,3 liter gedistilleerd geconsumeerd. Ondanks de bierhype drinkt de Nederlander sinds 1990 steeds minder bier, de consumptie is gedaald van 90 naar 65 liter. Daarentegen nam het gebruik van wijn iets toe, maar lijkt nu licht te dalen naar onder de 20 liter. Gedistilleerde dranken waren vanaf midden jaren 70 een stuk minder geliefd, maar vertonen nu weer stabiele cijfers. De naleving van de leeftijdsgrens is tussen 2015 en 2016 verbeterd, van 22 naar 36%. Toch wisten bijvoorbeeld 12- tot 16-jarigen in veel gevallen nog aan alcohol te komen, via vrienden (33%), ouders (26%) of door anderen alcohol te laten kopen (17%). 10% van deze leeftijdsgroep lukte het om zelf alcohol te kopen. Bij de groep 16- en 17-jarigen ligt dit percentage eigen aankopen nog hoger met een gemiddelde van 45%. Het blijkt dat ouders het alcoholgebruik bij hun kinderen flink onderschatten. Hoewel ouders strenger zijn geworden, zien ze lang niet altijd dat hun kinderen drinken en hoeveel. Veel organisaties pleiten ervoor om ook het doorgeven van alcohol aan minderjarigen strafbaar te stellen.