Eenenvijftig lentes telt ie. De nieuwste en tevens oudste blend van Glenrothes, The 51, is op de markt. Slechts 100 flessen zijn er gebotteld die, hou je vast, slechts £37.000 per stuk kosten. Maar dan heb je wel wat. Elke fles zit in een omhulsel gemaakt van jesmonite, een composiet van gips en een op water gebaseerde acrylhars. En om überhaupt bij de fles te komen, moet de koker met de bijgeleverde hamer worden stuk geslagen. Een kintsugi-kunstenaar lijmt de stukken dan weer aan elkaar met een speciale lak (urushi) met goud-, zilver- of platinapoeder. En dat alles is in de prijs inbegrepen. Bijzonder? Jazeker, de meeste verzamelaars kopen een fles en zetten ‘m op de plank. De fles van The 51 is niet eens te zien.
Maar laten we de whisky zelf even belichten, want daar draait het tenslotte om. De whisky is geblend uit twee vaten die 51 jaar hebben gerijpt en die zorgvuldig zijn uitgekozen door de meester whiskymaker Laura Rampling. Het ene vat biedt rijkdom en diepte en de andere zorgt voor uitgesproken etherische en geparfumeerde tonen, aldus Rampling. Het resultaat is een uitzonderlijke blend met de kenmerkende zachtheid van Glenrothes. Met tonen van tropisch fruit, rozenwater en antieke eik is de whisky, naar verluidt, zowel energiek als verfijnd. Iets dat je bij whisky’s van deze leeftijd maar zelden tegenkomt.