In 2014 werd de wettelijke leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol verhoogd van 16 naar 18 jaar, in de hoop dat dit het alcoholgebruik onder jongeren nog meer zou ontmoedigen. Tussen 2003 en 2015 was de consumptie van alcohol onder minderjarigen namelijk sterk gedaald. De bewustwording over de gevaren van alcoholconsumptie onder jongeren nam in die periode sterk toe, er kwamen strengere regels omtrent alcoholmarketing en er was meer aandacht voor naleving en handhaving van alcoholverkoop. Men hoopte door de verhoging van de minimumleeftijd op een nog snellere daling in het alcoholgebruik van jongeren. Naar nu blijkt heeft deze leeftijdsverhoging echter geen of nauwelijks extra effect gehad, zo blijkt uit een artikel dat onlangs werd gepubliceerd in het economievakblad ESB en dat werd geschreven door promovendi en onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Volgens het artikel heeft de wetgeving eerder de dalende trend in alcoholconsumptie gevolgd, dan dat deze de dalende trend heeft versneld.
Volgens de onderzoekers gaat het echter te ver om te concluderen dat de wetswijziging helemaal geen effect heeft gehad. De wetswijziging werd al in 2013 aangekondigd en daardoor zijn er mogelijk al voor de officiële invoering van de wet anticipatie-effecten geweest. Het alcoholgebruik onder jongeren lag in 2011 namelijk een flink stuk hoger dan in 2015. Ook is, alhoewel dit matig wordt nageleefd, de toegang tot alcohol via ouders en in winkels wel degelijk veranderd voor 16-jarigen.
Bent u geïnteresseerd in het volledige artikel? https://esb.nu/491-493_deweerd/