Op 1 januari 2024 ging de accijns op alcoholhoudende dranken omhoog. Cijfers van het CBS, gepubliceerd op 26 maart jl., laten zien dat deze verhoging heeft geleid tot hogere accijnsopbrengsten. Zo steeg de opbrengst van de accijns op bier met € 67 miljoen, die van wijn en tussenproducten (zoals sherry en port) met in totaal € 29 miljoen en die van sterke drank met € 1 miljoen. In totaal betekende dit een stijging van 9,2%.
Toch betekent dit niet automatisch dat de schatkist volledig profiteert zoals vooraf werd verwacht. In de begroting was namelijk uitgegaan van een accijnsopbrengst van € 392 miljoen, en aanvankelijk zelfs van € 420 miljoen. De werkelijke opbrengsten blijven daar dus bij achter. Dit suggereert dat de accijnsverhoging mogelijk ook gedragsverandering teweeg heeft gebracht, bijvoorbeeld door een daling in de verkoop. Zo melden Nederlandse Brouwers dat de bierverkoop in Nederland met 3,4% is afgenomen ten opzichte van 2023. Ook de verkoop van gedistilleerde dranken is gedaald, met de voorspelde 8 à 9%. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de schatkist, maar ook voor de middenstand, met name de slijters in de grensstreek. Omdat de accijnzen op gedistilleerd in Duitsland sinds 1983 niet zijn verhoogd en er op wijn geen accijns wordt geheven, wijken steeds meer consumenten uit naar het buitenland voor hun aankopen.